Belasting over vakantiegeld

Moet ik belasting betalen over mijn vakantiegeld?

Jouw vakantiegeld, ook wel vakantietoeslag of vakantiebijslag genoemd, is doorgaans 8 procent van je bruto loon. Je vakantiegeld wordt berekend over je bruto loon van 1 juni van het afgelopen jaar tot en met 31 mei van het huidige jaar. Meestal wordt het in mei of juni uitbetaald. Maar welk bedrag ontvang je nou precies, moet je ook belasting over je vakantiegeld betalen?

Belasting betalen over je vakantiegeld

Het antwoord op bovenstaande vraag kan eigenlijk kort en krachtig worden gegeven: ja, je moet altijd belasting betalen over jouw vakantiegeld. Je vakantiegeld is ook een inkomen en over al jouw inkomens moet je belasting betalen.

Je vakantiegeld is doorgaans 8 procent van je bruto loon en bedraagt ongeveer een maandsalaris. Toch wordt er minder uitbetaald op je rekening, je houdt er minder aan over. Dat komt omdat er belasting wordt geheven over het vakantiegeld.

Belastingen

Ons belastingstelsel zit zo in elkaar, dat als je meer geld verdient, je ook meer belasting moet betalen. Die belastingen zijn ingedeeld in zogeheten belastingschijven. Jouw werkgever houdt hier rekening mee door elke maand al een klein gedeelte van jouw inkomen in te houden.

In 2021 betaal je 37,10 procent belasting over je inkomen tot € 68.508, berekend over een jaar. Verdien je meer dan € 68.508 per jaar, dan betaal je 49,50 procent belasting.

Het vakantiegeld komt bovenop jouw jaarlijks bruto inkomen en valt daardoor in het hoogste tarief. Het is mogelijk dat je vakantiegeld volledig in het eerste of tweede tarief valt, maar het is ook mogelijk dat het gedeeltelijk in de eerste en gedeeltelijk in het tweede tarief valt. Dit heeft bijzonder tarief.

Heffingskorting en arbeidskorting

Je hebt op jouw inkomen ook recht op zogeheten heffingskortingen. Deze bestaan uit de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Deze worden ook elke maand verrekend. Doordat het vakantiegeld bovenop jouw reguliere loon komt, is het mogelijk dat de heffingskortingen aan het einde van het jaar lager uitvallen, omdat je door het vakantiegeld in een hogere schaal komt.

In dat geval moet je geld terugbetalen. Over je vakantiegeld wordt daarom een extra verrekeningspercentage toegepast, om te voorkomen dat je geld moet terugbetalen. Ook voor deze heffingskorting heeft de belastingdienst een nette tabel opgezet:

Inkomen Verrekeningspercentage loonheffingskorting
Tot € 8.725 0%
€ 8.725 tot € 10.917 -4,58%
€ 10.917 tot € 20.219 -28,8%
€ 20.219 tot € 21.044 -2,66%
€ 21.044 tot € 35.653 3,31%
€ 35.653 tot € 68.508 11,98%
€ 68.508 tot € 114.194 6%
Vanaf € 114.194 0%

Rekenvoorbeeld vakantiegeld

Je vakantiegeld wordt berekend over het daadwerkelijk verdiende loon, niet wat er in je contract staat, maar wat je werkelijk hebt verdiend. Heb je overuren gemaakt en die worden uitbetaald, dan krijg je daarover ook vakantiegeld.
Heb je echter minder uren gewerkt, krijg je ook minder vakantiegeld.

Stel je hebt het afgelopen jaar elke maand € 1.500 bruto verdiend, ofwel € 18.000 op jaarbasis. Je vakantiegeld is 8% van die € 18.000, ofwel € 1.440 bruto. Je totale jaarinkomen is derhalve € 18.000 + € 1.440 = € 19.440.

Dat is minder dan € 68.508, waardoor je 37,10% belasting moet betalen, ofwel 37,10% van € 1.440 = € 534.
Jouw totale inkomen zit nog net beneden de grens van € 20,2019, waardoor je een heffingskorting krijgt van 28,8%: 28,8% van € 1.440 = € 414 korting.

Je betaalt daarom € 534 – € 414 = € 120 belasting over je vakantiegeld.
Dat houdt in dat jouw daadwerkelijke, netto vakantie € 1.440 – € 120 = € 1.320 bedraagt.
Dat is wat er op jouw rekening in mei of juni zal worden bijgeschreven.

Je betaalt dus altijd belasting over jouw vakantiegeld, hoeveel dat precies is hangt echter af van hoeveel je hebt verdient.